Net zoals de Kortharige variant heeft de Lowlander een stevig lichaam, dat idealiter niet dik maar gespierd is. De pootjes zijn kort en de borst breed en sterk. Hierop past het ronde kopje en de korte neus perfect, de neus is in tegenstelling tot veel andere langharige katten kort en breed, met een kleine inkeping. Net zoals bij de Britse Korthaar zijn de oren van de Britse Langhaar klein en rond – samen met de grote, donkere kraaloogjes en de pluche vacht lijkt het voorkomen erg op dat van een teddybeer. Vrouwtjes wegen tussen 4 en 6 kilogram, terwijl de mannetjes tot 8 kilogram kunnen wegen. De Britse Langhaar is, in vergelijking met grote katten zoals de Maine Coon, erg compact, alhoewel hij door zijn dikke vacht groter lijkt.

Karakteriserend voor het ras Britse Langhaar is zijn halflange, dikke vacht. De veleigenschappen heeft de Britse Langhaar geërfd van de Perzische kat, die gekruist werd met de Britse Korthaar. Daarbij is de lange vacht toevallig ontstaan, Britse Langhaar katten werden voorheen als ongewenst ‘nevenproduct’ gezien, waardoor ze uitgesloten werden voor het fokken en alleen als huisdier gehouden werden. Zelfs vandaag de dag weigeren nog bijna alle grote confederaties om de Britse Langhaar als zelfstandig ras te erkennen. Veel kortharige katten dragen het recessieve gen voor een lange vacht – op basis hiervan kan het nog altijd voorkomen dat tijdens het fokken van de Britse Korthaar langharige dieren ontstaan, ondanks dat beide ouders kortharig zijn.

De vacht van de Britse Langhaar is niet zo lang als dat van de Perzische kat, en wordt daarom als ‘halflang’ beschouwd. Een bijzonder dikke ondervacht zorgt ervoor dat de vacht van de Lowlander uitsteekt van zijn lichaam. Hierdoor ziet de vacht er erg pluche uit.

Omdat de Britse Langhaar dicht verwant is aan de Britse Korthaar komen de mogelijke kleuren en tekeningen van de vacht overeen. Onder de meer dan 300 vachtvariaties is er iets voor elke smaak! De zilveren variant is erg geliefd.